De lente komt de klas in! Voorzien van een slaapmutsje komt er een tulpenbol in de klas. Met een gedicht gaan de kinderen het bolletje wakker maken. De tulpenbol dient als voorbeeld voor de klas. Klassikaal wordt de groei van het plantje gevolgd dat uit de bol komt. Per groep krijgen de kinderen ook een pot met hyacint, narcis of krokus. Ze gaan samen voor 'hun' plantje zorgen en ze volgen de ontwikkeling van hun knolletje tot bloeiende plant. Wat komt er uit dat bolletje of knolletje en welke kleur heeft het, hoe ruikt het? Omdat ze niet weten wat ze krijgen blijft het spannend. Aan de hand van versjes, knutsel- en kleurplaten beleven kinderen de voorjaarsbloeiers. Door een bol en knol open te snijden ontdekken ze de verschillen tussen beide.
De handleiding kun je downloaden via de knop 'Meer informatie' en 'Bekijk lesvoorbereiding'.
Doel
De leerlingen kunnen
-ontluikende knolletjes/bolletjes in een potje verzorgen.
-weergeven (in woord, beeld of expressie) hoe een knol ofbol zich ontwikkelt tot bloeiende plant.
-de onderdelen knol/bol, stengel, blad, knop en bloem bij de plant aanwijzen.
-de kleuren benoemen van de bloemen van de in het pakket aanwezige bol- en knolgewassen.
-een verschil noemen tussen een bol en een knol.
-een voorbeeld geven van een knol die wij eten.
-een voorbeeld geven van een bol die wij eten.
-De leerlingen kennen de namen van 4 verschillende knol- en bolgewassen die in de klas staan.
-De leerlingen weten dat in de knol en de bol het voedsel zit, dat de plant nodig heeft om te groeien.
Tijdsinvestering
1 tot 5 lessen
Opmerkingen
Benodigdheden
Op pag. 6/7 van de handleiding vind je waar je zelf voor moet zorgen.
Thema
Lesmethode