Gekookte aardappelen

Voor stamppotgerechten of aardappelpuree heb je 200 gramaardappelen nodig per persoon.
Schil de aardappelen met de dunschiller en snijd grote aardappels in twee of drie stukken. Was ze goed. Doe de aardappelen in de pan. Giet er water bij totdat de aardappelen bijna onder water staan. Zet ze op het vuur en let op wanneer het water kookt. Draai het gas laag als ze koken. Doe een deksel op de pan, dan koken ze sneller gaar. Daarna moeten ze ongeveer 20 minuten koken. (Kijk even op de klok.). Haal de deksel van de pan met een pannenlap, want de deksel is heet. Na 15 minuten koken kun je even in de aardappelen prikken met een vork. Zo kun je voelen of ze al gaar zijn. Als ze gaar zijn haal je de pan met de pannenlappen van het vuur. Laat het vuur branden. Giet ze af in het vergiet. Doe de aardappelen weer terug in de pan en laat ze zonder deksel op een laag vuur opdrogen. Doe dit 30 seconden, dan met de pannenlappen de pan oppakken en de aardappelen losschudden van de bodem.
Neem zout tussen wijsvinger en duim en strooi het over de aardappelen. Proef of het zout genoeg is.